Difference between revisions of "Damage and loss of text"

From XML
Jump to: navigation, search
(Created page with "Als een deel van de getranscribeerde tekst volstrekt onleesbaar is en daardoor niet in de transcriptie kan worden weergegeven, kan dit deel worden gemarkeerd door het lege ele...")
 
Line 59: Line 59:
  
 
==Voorbeelden van codering van onvolmaakt overgeleverde tekst==
 
==Voorbeelden van codering van onvolmaakt overgeleverde tekst==
In de TEI Guidelines wordt geconstateerd dat het gebruik van de elementen <gap>, <damage>, <unclear>, <supplied> en <del> dikwijls met elkaar samenhangt. Welk element van met name de eerste vier genoemde men kiest, is voornamelijk afhankelijk van de mate waarin een beschading of ingreep in de tekst de leesbaarheid heeft beïnvloed. De volgende aanwijzingen voor de toepassing van deze elementen, waarvan sommigen genest kunnen worden, zijn hierop gebaseerd.
+
In de TEI Guidelines wordt geconstateerd dat het gebruik van de elementen <gap>, <damage>, <unclear>, <supplied> en &lt;del> dikwijls met elkaar samenhangt. Welk element van met name de eerste vier genoemde men kiest, is voornamelijk afhankelijk van de mate waarin een beschading of ingreep in de tekst de leesbaarheid heeft beïnvloed. De volgende aanwijzingen voor de toepassing van deze elementen, waarvan sommigen genest kunnen worden, zijn hierop gebaseerd.
* Een tekst is opzettelijk beschadigd: Hiervoor gebruiken we het <del> of het <delSpan>-element.
+
* Een tekst is opzettelijk beschadigd: Hiervoor gebruiken we het &lt;del> of het <delSpan>-element.
 
* Een tekst is onopzettelijk beschadigd: hiervoor gebruiken we het <damage>-element. Als in een handschrift met reagentia is geprobeerd de tekst leesbaarder te maken beschouwen dit als een geval van onopzettelijke beschadiging.
 
* Een tekst is onopzettelijk beschadigd: hiervoor gebruiken we het <damage>-element. Als in een handschrift met reagentia is geprobeerd de tekst leesbaarder te maken beschouwen dit als een geval van onopzettelijke beschadiging.
  
Line 68: Line 68:
 
* Supplied: tekst is van een eerdere editeur. Wanneer een tekst door reagentia onleesbaar is geworden kan dit element worden ingezet. De eerder editeur heeft, indien hij degene is geweest die de reagentia heeft gebruikt, naar alle waarschijnlijkheid de tekst nog goed kunnen lezen.
 
* Supplied: tekst is van een eerdere editeur. Wanneer een tekst door reagentia onleesbaar is geworden kan dit element worden ingezet. De eerder editeur heeft, indien hij degene is geweest die de reagentia heeft gebruikt, naar alle waarschijnlijkheid de tekst nog goed kunnen lezen.
  
<gap> en <supplied> komen dus alleen voor in combinatie met <del> of <damage>. Alleen <unclear> kan ook zonder <del> of <damage> voorkomen, namelijk als een tekst gewoon slecht leesbaar is.
+
<gap> en <supplied> komen dus alleen voor in combinatie met &lt;del> of <damage>. Alleen <unclear> kan ook zonder &lt;del> of <damage> voorkomen, namelijk als een tekst gewoon slecht leesbaar is.
 
Bij al deze elementen moeten toepasselijke attributen worden gebruikt om de oorzaak van en het soort beschadiging te documenteren en de mate van zekerheid van de transcriptie weer te geven.
 
Bij al deze elementen moeten toepasselijke attributen worden gebruikt om de oorzaak van en het soort beschadiging te documenteren en de mate van zekerheid van de transcriptie weer te geven.
  

Revision as of 13:25, 19 January 2017

Als een deel van de getranscribeerde tekst volstrekt onleesbaar is en daardoor niet in de transcriptie kan worden weergegeven, kan dit deel worden gemarkeerd door het lege element <gap>. Het attribuut @reason kan met de waarden ‘illegible’ of ‘missing’ dan de reden van de omissie aangeven. Indien een bekende hand verantwoordelijk is voor de onleesbaarheid kan deze met het attribuut hand worden aangeduid. De attributen @agent en @extent dienen ervoor om resp. de wijze waarop de tekst onleesbaar is gemaakt, en de omvang van het onleesbare tekstdeel te benoemen. De omvang van het niet getranscribeerde deel wordt aangegeven in een geschat aantal 'letters', of, indien het om een groter gedeelte gaat, in millimeters. Als de beschadigde tekst voor een deel nog wel leesbaar is, worden de volgende elementen gebruikt: <damage> voor het aanduiden van een passage waar de tekst beschadigd is; en <unclear> voor woorden, groepen woorden of passages die door de beschadiging niet meer met volledige zekerheid kunnen worden getranscribeerd.

Bij het <damage>-element kunnen de attributen @agent, @hand, @degree en @extent gebruikt worden. Het gebruik van de drie eerstgenoemde spreekt voor zichzelf, bij @degree hebben we de keuze tussen de waarden slight, moderate en serious.

Wanneer de omvang van de beschadiging tekststructurerende grenzen overschrijdt en de codering daardoor in een situatie van potentiële overlap terecht zou komen, moet ervoor gekozen worden het <damage>-element een leeg element te maken. Het @extent-atribuut geeft dan de omvang aan van het gebied dat beschadigd is. Tekstverlies doordat een bladrand is afgesneden wordt dan zo gecodeerd:

<damage agent="pagecut">
 <gap/>
</damage>

Zoals we reeds eerder zagen wordt het <unclear>-element gebruikt in gevallen dat tekst niet met zekerheid te transcriberen is, omdat het deels onleesbaar is. De attributen @reason, @hand en @agent geven resp. aan waarom het tekstdeel moeilijk leesbaar is, welke hand eventueel verantwoordelijk is voor het onleesbaar maken en, ingeval van beschadiging, wat, indien bekend of reconstrueerbaar, de oorzaak van de beschadiging is.

Mogelijke waarden voor het attribuut @reason zijn: damage en illegible. De laatstgenoemde waarde kan bijvoorbeeld gebruikt worden als een in de vouw verdwenen letter of woord ternauwernood zichtbaar is door een strakke binding van het handschrift.

Waar het beschadigde tekstdeel geen tekststructurende coderingsgrenzen kent kan een beschadiging als volgt worden gecodeerd:

<damage extent="whole leaf" agent="rubbing"> ... </damage>

Zijn er wel tekststructurerende grenzen, dan is het mogelijk om de beschadigde stukken in logische partes op te spitsen, waarbij het <damage>-element een leeg element moet worden gemaakt:

<p>
 <pb n="5r"/>
 <damage agent="rubbing"
  extent="whole leaf"/>
</p>
<p>
 <damage agent="rubbing"
  extent="whole leaf"/>
 <pb n="5v"/>
</p>

Stel dat een tekst wel beschadigd is, maar desondanks goed leesbaar. Deze tekst wordt dan als volgt getranscribeerd:

Daer hij den tempel <damage>o</damage>f hadde verloren
Als daarentegen door beschadiging de lezing onzeker wordt, dan kan als volgt worden gecodeerd: 
Daer hij den tempel <unclear reason="damage">o</unclear>f hadde verloren

Wanneer het nodig is iets meer te zeggen over de aard van de beschadiging dan zou de codering er uit komen te zien als een <unclear>-element dat wordt genest binnen een <damage>-element:

Daer hij den tempel <damage agent="rubbing">
 <unclear>o</unclear>
</damage>f hadde verloren

Mocht de letter in het geheel niet meer leesbaar zijn, dan wordt het lege <gap>-element gebruikt:

Daer hij den tempel <gap reason="illegible" agent="rubbing"
 extent="1"/>f hadde verloren

Het is mogelijk dat een passage die voor de editeur in het handschrift niet meer leesbaar is, dat nog wel was voor een editeur uit vroeger tijd, bijvoorbeeld doordat deze een reagens gebruikte waardoor de tekst kortstondig leesbaar werd, voordat door de werking van het middel de zwartkleuring intrad. In die gevallen kan een editeur de lezing van zijn voorganger geven, onder diens verantwoordelijkheid. Voor de codering van de oudere lezing tekst kan het element <supplied> worden gebruikt. Met het atribuut @source wordt dan de verantwoordelijke editeur benoemd.

Het <supplied>-element kan het best worden genest binnen een <damage>- of een <gap>-element, waarmee de situatie in het handschrift precies kan worden beschreven. Het <gap>-element is bijvoorbeeld aan de orde als er in een handschrift werkelijk beschreven materiaal ontbreekt (een hoek van een blad, een compleet blad, e.d.) dat ooit wel aanwezig was.

 Daer hi den tempel <damage>
 <supplied reason="reagens" source="#JB">of hadde</supplied>
</damage> verloren.

Voorbeelden van codering van onvolmaakt overgeleverde tekst

In de TEI Guidelines wordt geconstateerd dat het gebruik van de elementen <gap>, <damage>, <unclear>, <supplied> en <del> dikwijls met elkaar samenhangt. Welk element van met name de eerste vier genoemde men kiest, is voornamelijk afhankelijk van de mate waarin een beschading of ingreep in de tekst de leesbaarheid heeft beïnvloed. De volgende aanwijzingen voor de toepassing van deze elementen, waarvan sommigen genest kunnen worden, zijn hierop gebaseerd.

  • Een tekst is opzettelijk beschadigd: Hiervoor gebruiken we het <del> of het <delSpan>-element.
  • Een tekst is onopzettelijk beschadigd: hiervoor gebruiken we het <damage>-element. Als in een handschrift met reagentia is geprobeerd de tekst leesbaarder te maken beschouwen dit als een geval van onopzettelijke beschadiging.

De staat van de getranscribeerde tekst wordt aangegeven door de elementen <gap>, <unclear> en <supplied>:

  • Gap: de tekst is afwezig;
  • Unclear: tekst is twijfelachtig want moeilijk te lezen;
  • Supplied: tekst is van een eerdere editeur. Wanneer een tekst door reagentia onleesbaar is geworden kan dit element worden ingezet. De eerder editeur heeft, indien hij degene is geweest die de reagentia heeft gebruikt, naar alle waarschijnlijkheid de tekst nog goed kunnen lezen.

<gap> en <supplied> komen dus alleen voor in combinatie met <del> of <damage>. Alleen <unclear> kan ook zonder <del> of <damage> voorkomen, namelijk als een tekst gewoon slecht leesbaar is. Bij al deze elementen moeten toepasselijke attributen worden gebruikt om de oorzaak van en het soort beschadiging te documenteren en de mate van zekerheid van de transcriptie weer te geven.

See also