Difference between revisions of "Introduction (MVN)"
Line 47: | Line 47: | ||
[[Category:XML MVN]] | [[Category:XML MVN]] | ||
− |
Revision as of 14:09, 19 January 2017
De inleiding en het bijwerk van de MVN-editie komen in een Wordpress. Hier volgt een korte toelichting op de inhoudelijke aspecten van de diverse onderdelen van voorwerk, inleiding en bijwerk. Vormgevingsaspecten zijn op deze plaats niet aan de orde, maar wel schenken we aandacht aan elementen van de presentatie die inhoudelijke keuzes met zich meebrengen, zoals de benaming van het handschrift, titelconventies, bestanddelen van de inhoudopgave, e.d.
Alle onderdelen van de editie worden in principe in het Nederlands geschreven. Hierbij wordt de voorkeurspelling toegepast. Gebruik van een andere taal dan het Nederlands is mogelijk, indien daar een gegronde reden voor bestaat.
Contents
- 1 Titel
- 2 Roepnaam
- 3 Inhoudsopgave
- 4 Karakteristiek
- 5 Geschiedenis van het onderzoek
- 6 Taaleigen
- 7 Inhoudsopgave van het handschrift
- 8 Tekstnummering
- 9 Identieke teksten
- 10 Tekstgrenzen
- 11 Overzicht van afkortingen
- 12 Literatuuropgave
- 13 Afbeeldingen
- 14 Samenvatting
- 15 Richtlijnen voor de beschrijving van het handschrift
Titel
Als hoofdtitel neemt de editeur de aanduiding voor het handschrift die traditioneel in het onderzoek gebruikt wordt. Als het handschrift nog niet zo’n ‘roepnaam’ heeft, dan bedenkt de editeur er een. De ondertitels en de vermelding van de editeur hebben een vaste vorm: Hs. [bewaarplaats, signatuur]. Diplomatische webeditie bezorgd door [naam/namen van de editeur (s)].Als de editeur bepaalde hoofdstukken niet zelf heeft geschreven worden de namen van de auteurs van die hoofdstukken aan de vermelding van de editeur toegevoegd, bijvoorbeeld: met een codicologische beschrijving door [naam].
Roepnaam
Meestal bestaat de ‘roepnaam’ uit het woord handschrift en een nadere omschrijving (bijv. Het Comburgse handschrift, Het handschrift-Van Hulthem). Bij het bedenken van een roepnaam is het niet verstandig de huidige bewaarplaats als (enige) nadere omschrijving te gebruiken omdat dit te weinig kenmerkend is. Dit geldt in het bijzonder voor bewaarplaatsen als Berlijn, Brussel, Den Haag en Wenen.
Inhoudsopgave
Een gedetailleerde inhoudsopgave van de uitgave als geheel hoeft niet door de editeur te worden verzorgd. Dit overzicht wordt voor de webpagina afgeleid door het style-sheet. Een overzicht van de inhoud van het handschrift wordt wel door de editeur gemaakt.
Karakteristiek
Het eerste onderdeel van de inleiding is een samenvattend overzicht van de aard en inhoud van de tekstverzameling. In dit overzicht wordt gestreefd naar een karakterisering van de verzameling als geheel. Het is daarbij niet de bedoeling dat aan (alle) afzonderlijke teksten een bespreking wordt gewijd, maar dat veeleer de grote lijnen en de eigenaardigheden van de verzameling worden belicht.
Geschiedenis van het onderzoek
Op deze plaats geeft de editeur een bondige uiteenzetting van het eerdere onderzoek. Daarbij wordt vooral gelet op het onderzoek dat zich specifiek op het handschrift als tekstueel-materiële eenheid heeft gericht. Publikaties waarin het handschrift slechts gebruikt wordt als getuige van de overlevering, zijn uit dit oogpunt minder van belang.
Taaleigen
In een systematische, maar niet-uitputtende beschrijving wordt het taaleigen behandeld van de verschillende kopiisten van het handschrift.
Inhoudsopgave van het handschrift
Een gedetailleerde inhoudsopgave van de teksten in het verzamelhandschrift vermeldt de teksten die in het handschrift voorkomen, met hun opschrijft en/of beginwoorden en de foliumnummers, bladzijde- en kolomaanduidingen. De teksten worden in dit overzicht genummerd. Als een tekst reeds eerder naar ditzelfde handschrift is uitgegeven, wordt de uitgave hier vermeld. Is een tekst meermalen uitgegeven, dan wordt in elk geval de uitgave genoemd die het meest verantwoord is. Daarbij kan de editeur nog overwegingen laten meespelen, zoals de vraag welke uitgave het meest gangbaar of het recenst is, als het maar om een uitgave gaat die naar hedendaagse wetenschappelijke normen verantwoord wordt geacht. Desgewenst vermeldt de editeur meer dan een uitgave. De vermelding van een eerdere uitgave van een tekst gebeurt door middel van de gebruikelijke literatuurverwijzing.
Tekstnummering
Heeft het handschrift een oorspronkelijke tekstnummering – zoals in het handschrift-Van Hulthem bijvoorbeeld het geval is – dan wordt deze overgenomen. Bij het coderen wordt het oorspronkelijke tekstnummer in het betreffende <text> element als waarde van het n attribuut gegeven. Het xml:id attribuut representeert dan de hiërachische geleding van de tekstverzameling, zoals die door de editeur is vastgesteld (zie verder paragraaf 0000). Kent het handschrift geen oorspronkelijke tekstnummering, dan worden de teksten genummerd door de editeur. Soms kan het wenselijk zijn dat de editeur een in het handschrift voorkomende tekstnummering aanvult of nader uitwerkt, zoals bijvoorbeeld in de editie van het handschrift-Van Hulthem (Brinkman & Schenkel 1999) gebeurt (vgl. aldaar de verzameling spreuken, tekst 108.1-234).
Identieke teksten
Bij teksten die meer dan eens in het handschrift voorkomen, worden in de inhoudsopgave links aangebracht. Als teksten tevens in andere webedities binnen de MVN-reeks voorkomen, wordt eveneens een link aangebracht.
Tekstgrenzen
Juist in verzamelhandschriften kunnen zich twijfels omtrent de begrenzing van de afzonderlijke teksten voordoen. In dit geval stelt de editeur een oplossing voor en vermeldt hij zijn twijfels in de annotatie.
Overzicht van afkortingen
Een lijst van afkortingen met voorbeelden van hun oplossingen wordt, op basis van de codering gegenereerd in de webeditie. Opmerkingen over speciale gevallen maakt de editeur op deze plaats.
Literatuuropgave
De literatuuropgave (element <listBibl>) wordt als laatste hoofdstuk opgenomen. Bibliografische referenties in de tekst zelf en in het transcriptiedeel bestaan uit verkorte titels (Berteloot 2002, of Verhandelingen 1883). [De rest is denk ik niet relevant nu het Wordpress wordt]
Afbeeldingen
Indien mogelijk worden digitale kleurenopnamen aangeleverd van alle bladzijden van een handschrift, alsmede van de schutbladen en de band. De bestanden met de foto’s van de beschreven bladzijden worden gekoppeld aan de codering van de bladzijden in het transcriptiedeel. In het bestand met de inleiding kunnen verwijzingen worden opgenomen naar afbeeldingen die ter illustratie dienen.
Samenvatting
De editeur voorziet de uitgave van een Engelstalige samenvatting van de inleiding. Als daar goede redenen voor zijn kan de samenvatting ook nog in een andere taal gepubliceerd worden. De uitgave van een verzamenhandschrift uit het Nederlands-Duitse grensgebied verdient bijvoorbeeld ook een samenvattende karakteristiek in het Duits; een handschrift waarin zowel Nederlandse als Franse teksten voorkomen, ook een samenvatting in het Frans.
Richtlijnen voor de beschrijving van het handschrift
In de beschrijving van het handschrift moet tenminste aandacht worden besteed aan:
- Materiaal en samenstelling
- Watermerken (indien het handschrift uit papier is vervaardigd)
- Bladsignaturen en custoden
- Opmaak
- Schrift
- Tekstgeleding en rubricering
- Band
- Datering en lokalisering
- Geschiedenis
- Eigendomsnotities
- Gebruikerssporen
In een paragraaf Besluit worden de meest relevante bevindingen uit het betreffende hoofdstuk bondig samengevat en worden zo mogelijk conclusies getrokken.