Special symbols
Contents
Initialen
Voor initialen en lombarden wordt het <hi>-element gebruikt. Met het attribuut @rend en de attribuutwaarde ‘capitalsizeN’ wordt aangegeven dat het om een (bijzondere) hoofdletter gaat met een hoogte van N regels, waarbij N vanzelfsprekend variabel is.
<hi rend="capitalsize3">H<hi/>oert</hi>
Paragraafteken
Het paragraafteken, semi-paragraafteken en de representant voor het paragraafteken worden opgevat als noot van de kopiist en als volgt weergegeven (@type="ms" om aan te geven dat het gaat om een noot die al in het manuscript aanwezig is):
<note place="margin-left" type="ms"> <g ref="#00B6"/> </note>
Een representant voor een paragraafteken wordt dus zo gecodeerd:
<note place="margin-left" type="ms"> <c type="guide" ref="#dblsol"/> </note>
Afbreekteken
Als een afbreekteken in de tekst van het handschrift geschreven is, dan gebruiken we daarvoor het <c>-element met het attribuut @type en waarde: shy.
<c type="shy">-</c> <lb/>
Getallen, letters met zelfnoemfunctie en acrostichons
Getallen worden gecodeerd met het element <num>. In romeinse cijfers geschreven getallen worden weergeven met attribuut @type dat de waarde ‘roman’ heeft. Het getal wordt niet-genormaliseerd getranscribeerd in minuskel.
<num type="roman">ix</num>
Letters met zelfnoemfunctie worden gemarkeerd met het element <mentioned> en global attibuut @type:
<mentioned type="self">v</mentioned>
Letters die deel uitmaken van een acrostichon worden gecodeerd met het element <c> en attribuut @type:
<c type="acrostic">A</c>