Transcription: annotations (Mondrian)

From XML
Revision as of 09:33, 25 January 2017 by 194.171.144.181 (Talk)

Jump to: navigation, search

Behalve een betrouwbare tekst biedt de editie ook een uitvoerige commentaar. De commentaar is erop gericht achtergronden bij de correspondentie en geschriften te bieden die de kenniskloof moeten overbruggen tussen, enerzijds, de correspondenten en lezers in de tijd waarin de teksten geschreven werden, en anderzijds de hedendaagse, 21e-eeuwse lezer die de vanzelfsprekendheden van omstreeks een eeuw geleden niet meer kennen. De commentaar expliciteert, met andere woorden, zoveel mogelijk het referentiekader van de toenmalige lezers en correspondenten. Daarnaast wil de commentaar meer in het bijzonder een bijdrage leveren aan het vergroten van het inzicht in de achtergronden en de totstandkoming van Mondriaans kunst. Een deel van de commentaar is dus gericht op het documenteren van desbetreffende gegevens en op het bieden van hulpmiddelen om die te overzien en te hanteren. Het geheel van de commentaar in de editie wordt in hoofdzaak gevormd door drie typen teksten. Het eerste bestaat uit de annotaties bij de brieven en geschriften. Dit zijn ‘locale’, specifieke en feitelijke toelichtingen die de achtergrond van de betreffende passage moeten verduidelijken. Ten tweede zijn er korte teksten die gezien kunnen worden als ondersteuningslaag bij de annotaties. Het gaat hierbij om onderwerpen en personen of zaken die meer toelichting vergen dan wenselijk is in afzonderlijke, op de specifieke tekstplaats betrekking hebbende annotaties. om biografieën van belangrijke correspondenten en andere genoemde personen, om toelichtingen op onderwerpen die gedurende een bepaalde periode spelen (bijvoorbeeld Mondriaans woon- of ateliersituatie in een gegeven periode, ziekten, kunstenaarsgroepen). Het derde type bestaat uit de inleidingen die ingaan op meer algemene aspecten van de uitgegeven correspondentie en geschriften. Daaronder vallen bijvoorbeeld een karakterisering van Mondriaans brieven en eventuele ontwikkelingen in zijn schrijven; beschrijving van de aard van de relatie die hij met de belangrijkste correspondenten had; relevante historische achtergronden waartegen zijn leven en dus de correspondentie gelezen moet worden; maar ook meer documentaire aspecten als de publicatiegeschiedenis van de geschriften en een klein deel van de brieven, en de lotgevallen, verspreiding en verblijfplaatsen van de manuscripten; en tot slot de achtergronden en lotgevallen van het Mondriaan Editieproject waar de onderhavige uitgave het resultaat van is.

Annotaties

Annotaties zijn bondig en zakelijk. Hun functie is de betreffende passage binnen het verband van de correspondentie te verhelderen. Ze fungeren nadrukkelijk niet om alles wat bekend is over de zaak, uit de doeken te doen. In annotaties wordt rekening gehouden met/ verantwoord wat in de literatuur al over de betreffende passage of kwestie geschreven is; afwijkende conclusies en verschillen van inzicht worden vermeld. De annotaties lichten expliciete en impliciete verwijzingen toe naar: - kunstwerken; - personen; - instellingen, organisaties, bedrijven e.d. - tentoonstellingen; - al dan niet gepubliceerde teksten (van Mondriaan) - literaire werken en andere boeken/periodieken/artikelen; - citaten, toespelingen (expliciet en impliciet); - gewoonten; - omstandigheden; - historische gebeurtenissen; - geografische/topografische plaatsen. De annotaties zijn (of: het systeem van inhoudelijke toelichtingen bij de teksten – de commentaar – is) erop gericht elke brief afzonderlijk begrijpelijk te maken. Voor onderwerpen en personen die over een grotere periode een rol spelen en meer achtergrond vereisen, wordt in de annotaties verwezen naar de desbetreffende themateksten. [In later stadium moet bezien worden hoe de annotaties en themateksten zich precies tot elkaar verhouden, of er gebruikgemaakt wordt van ‘doorlopende zaken’ e.d.]

  • Naast de inhoudelijke annotaties wordt bij elke brief de datering indien nodig verantwoord.
  • Van elke bron worden basisgegevens aangeboden: aard van de bron (brief, briefkaart, telegram e.d.), materiële kenmerken (beperkt), verblijfplaats e.d.; zij worden vanuit de metagegevens in de tei header gepresenteerd.
  • Eventuele (materiële) bijzonderheden van de tekstbron worden apart vermeld.
  • Eventuele eerdere publicatie(s) van de brief wordt/worden vermeld. Dit betreft niet citaten uit brieven die aangehaald worden in andere context maar publicaties die presentatie van de brief tot doel hebben (cf. bilbiografie in CR III, 136-137).
  • Werken van Mondriaan: individuele werken waarnaar in de brieven verwezen wordt zullen zo mogelijk worden geïdentificeerd. Algemene, bij een kunstenaar voor de hand liggende opmerkingen als ‘Ik heb de laatste weken hard gewerkt’, ‘Ik zal u binnenkort mijn recente werken kunnen laten zien’ e.d. worden niet geannoteerd; voor een deel spreken ze voor zich en bovendien is het vaak lastig te bepalen wat precies bedoeld is.
  • Annotatie is efficiënt en ‘elegant’: de noot (het nootcijfer) wordt daar geplaatst waar een zaak het best samenhangend kan worden toegelicht (vaak: liever één noot aan het einde van een zin of alinea dan drie tussendoor.)
  • Verwijzingen van de briefschrijver naar andere brieven worden altijd toegelicht; deels betreffen ze elders in de editie voorkomende brieven, deels brieven die niet zijn overgeleverd. Ook dat laatste wordt dus vermeld.
  • Persoonsnamen: in lopende tekst wordt altijd de gebruikelijke naam (roepnaam) gebruikt; volledige (doop)namen worden aangeboden op een nog nader te bepalen manier (persoonsindex, mouse-over o.id.).

Themateksten

Als er in de correspondentie onderwerpen aan bod komen die over een groter aantal brieven een belangrijke rol spelen, dan zal dat onderwerp worden behandeld in een thematekst. Bij themateksten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een bestand van Mondriaans opeenvolgende ateliers, met daarin een beschrijving van de bewoonde periode, de loactie van het atelier, eventuele verwijzingen naar overgeleverde foto's en speciefieke verwijzingen in brieven van Mondriaan. Maar ook een thema als gezondheid, dat door de hele correspondentie heen een belangrijk onderwerp is, kan als thematekst worden opgenomen in de editie. Naast algemene informatie over Mondriaans verhouding tot zijn gezondheid, zou die thematekst als het ware een medisch dossier kunnen vormen waarin de verwijzingen uit de brieven naar specifieke aandoening worden opgesomd.

Explantory notes

To create a note

  • Put into the transcription or translation an <anchor/>, with @n (short keyword) and @type=“note”.
  • Create a <note> into the
    with the text of the note. It must have the same @n.
  • Put all notes in a single language in the same div element.
  • Order the notes by their referred location (technically irrelevant, but helpful to the human eye)

For example:

<p>This is an exemple<anchor n=“nootje”  type= “note”/> of how to create a note</p>

<div  type=“notes”  xml:lang=“en”>
<note n=“nootje”>This is the note</note>
… other notes in English…
</div>

<div  type=“notes”  xml:lang=“nl”>
<note n=“nootje”>Dit is de noot</note>
… other notes in Dutch …
</div>

Recurring annotation

See Recurring notes to persons and other subjects.

<rs>

Referencing string. Into <rs> are encoded names, with attributes, so they can be easily identified (i.e. You have different spellings of the same person's name and you want that they point to the same person), retrieved, indexed.

  • @type kind of entity encoded (i.e. Person, exhibition, museum, journals, location, etc). The available types have been defined in the schema
  • @ref to indicate an external url (RDKarchive url)
  • @key a coded value that identifies the entity encoded (i.e. a number, a normalised spelling, etc.) We prefer to use @key rather than @ref.

It is possible to use multiple values in the key or ref attributes.

In the postal data (transcription of envelope) we don’t use <rs> to index the addressee, as his role is known from the letter metadata. Similarly, we don’t index persons saluted at the beginning or end of a letter, if these are addressees. (But we do tag ‘Jan’ in ‘Give my love to Jan’ if Jan is not an addressee).

When encoding a referring phrase as <rs>, we only tag the noun. This avoids potential problems with other words that need their own encoding.

Not:

<rs>the woman who lives next door</rs>

but

the <rs>woman</rs> who lives next door

In the case of multiple references to a person within a single paragraph, we encode each of them.

References

The element <ref> points to another resource and it is used for instance when a letter, a painting or another resource is mentioned in the text. @target provides the resource location (local or not).

<ref> is also used for pointing to the bibliography. For example:

... as mentioned in <ref target="biblio.xml#Andersen1861">Andersen 1861</ref>, we ...

Here, 'Andersen1861' should be an entry in the bibliography.

Theoretical writings

We have insufficient knowledge of the properties of the theoretical writings to make final decisions about their encoding. For now, we have decided to relate source and destination texts to each other by pointing from the destination to the source at the paragraph and at the term level.

These references may look like:

At paragraph level (in this example there are two source paragraphs):

<p xml:id="p2" corresp="BornInHollandTest.xml#p1 BornInHollandTest.xml#p3">

At term level:

which obscure <term xml:id="t1" corresp="BornInHolland.xml#t3">pure reality</term>.

Stages of writing: the TEI also uses the term ‘revision campaigns’, see http://www.tei-c.org/release/doc/tei-p5-doc/en/html/PH.html#PH-changes. They are identified on div’s and other elements using the change-attribute. The change attributes points to change-elements collected in a listChange-element in the header (in profileDesc/creation). listChange-elements can nest, in order to describe groups of related changes. To be decided: how do the values in the change attribute relate to the values in the seq-attribute on add’s and dels?

Rotation of the writing surface is encoded on the zones within the surfaces:

No rotate-attribute or rotate=”0” Zone contains normal writing
rotate=”90” Zone contains writing sideways/downward
rotate=”-90” Zone contains writing sideways/upward
rotate=”180” Zone contains top-down writing

See also

Retrieved from "https://xml.huygens.knaw.nl/index.php?title=Transcription:_annotations_(Mondrian)&oldid=287"