Textual hierarchy
Bij het coderen van teksten wordt er rekening gehouden met de teksthiërarchie. In de basis wordt elke afzonderlijke tekst gecodeerd door middel van het <text>-element. Tussen de openings- en sluittags van het element <text> komt een verplicht element <body>. Indien gewenst kan een eventueel aanwezige (hiërarchische) substructuur in de tekst worden gecodeerd door middel van <div>-elementen (van 'division') die dan telkens één of meer <p>-elementen (van 'paragraph') omsluiten en aangevuld worden met een @type-attribuut dat aangeeft om wat voor soort division het gaat.
De invulling van het <text>-element is afhankelijk van het type tekst dat gecodeerd wordt. De hoofdtekst van een tekst bestaat bij proza bijvoorbeeld uit een of meer <p>-elementen en bij dichtwerk uit <lg>-elementen (strofen, van 'line group') die op zichzelf één of meerdere <l>-elementen (van 'line') omvatten. Voor een titel of iets soortgelijks wordt het element <head> gebruikt, dat onder het element <body> komt te staan.
Voorbeeld:
<text> <body> <div type="part"> <head>Opschrift</head> <p>Tekst van onderdeel</p> <div type="chapter" n="1"> <head>Opschrift</head> <p>Tekst van hoofdstuk 1</p> <div type="section" n="1.1"> <head>Tussenkop</head> <p>Tekst van paragraaf 1.1</p> </div> <div type="section" n="1.2"> <head>Tussenkop</head> <p>Tekst van paragraaf 1.2</p> </div> </div> </div> </body> </text>