Transcription: annotations (MVN)

From XML
Jump to: navigation, search

Voor de meeste verschijnselen die in de handschriften voorkomen, geven we een manier om het betreffende verschijnsel in TEI gedetailleerd te coderen. We beseffen echter dat gedetailleerde codering in strijd kan zijn met het doel van de reeks: snelle publicatie van handschriften. Het is daarom ook mogelijk om deze verschijnselen op de traditionele wijze te behandelen in annotatie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het <note>-element. We onderscheiden vooralsnog de volgende typen: tc (tekstkritisch) en pc (paleografisch-codicologisch).

Om het mogelijk te maken dat de gebruiker switcht tussen een gestructureerde weergave en een weergave d.m.v. annotaties kan ook zowel een annotatie als een gestructureerde weergave van een verschijnsel worden gegeven. In dat geval wordt de noot ingebed in de structuurcodering en krijgt als @rend-attribuut alternative. Bijvoorbeeld:

<del type="strikethrough" rend="diagonal" hand="A">boec<note rend="alternative" type="tc">
  <mentioned>boec</mentioned> is doorgehaald</note>
</del>

Opmerkingen over de wijze waarop de kopiist bepaalde letters of lettercombinaties heeft gerealiseerd, voor zover deze niet te rangschikken zijn als (zelf)correcties of onduidelijkheid kunnen worden gegeven in een apart gedeelte met paleografisch commentaar. Dit commentaar wordt gescheiden van de tekst in het hoofddocument om primaire tekst gescheiden te houden van secundaire. We verwijzen daarbij van de noot naar de hoofdtekst. We gebruiken twee manieren van verwijzen, afhankelijk van de vraag of moet worden verwezen naar een tekstfragment of naar een bepaald punt in het document. Wanneer er commentaar moet worden gegeven op een citeerbaar deel van de tekst gebruiken we het <seg>-element, dat wordt geplaatst om de geciteerde tekst. De tags van het <seg>-element moeten wel passen binnen de hiërarchische structuur van de XML. In gevallen waar dat niet mogelijk is, waar tekststructurerende grenzen bijvoorbeeld binnen het tekstfragment vallen, kan het <seg>-element worden opgesplitst door middel van het @part-attribuut, waaraan dan oplopende numerieke waarden worden toegekend. De tweede manier van verwijzen gebruiken we als er commentaar gegeven moet worden op een verschijnsel dat zich op een welbepaalde plaats bevindt, die niet zichtbaar is in de hoofdtekst. De editeur plaatst dan daar waar zich het te becommentariëren verschijnsel voordoet een <note>-element waarin hij vrije tekst schrijft.

See also