XML MVN Guidelines
De richtlijnen voor digitale diplomatische edities in de reeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden van het Huygens ING.
Contents
Inleiding
In het tegenwoordige onderzoek van de oudere literatuur heeft de traditionele esthetische visie plaatsgemaakt voor een historische benadering. Zag de literatuurwetenschap voorheen de literatuur in de eerste plaats als een vorm van kunst die de taal als uitdrukkingsmiddel gebruikt, nu bekijkt ze de literatuur vooral ook als een cultuurhistorisch verschijnsel. Daardoor gaat de aandacht niet alleen uit naar de tekst zoals de scheppende kunstenaar hem bedoeld heeft, maar ook naar de tekst zoals die concreet overgeleverd is en gefunctioneerd heeft. Afzonderlijke teksten worden bestudeerd in het verband waarin ze in de middeleeuwse handschriften geplaatst zijn. Daarbij komen ook teksten aan bod die uit literair-esthetisch oogpunt minder groots, fraai of kunstig zijn, zoals artesliteratuur, geestelijk proza, gebruiksteksten en de kleine vormen in het algemeen. Ook komen zo spreukenverzamelingen, liedbundels, compilaties en andere vaste verbanden in het vizier, kortom overleveringsgehelen die het niveau van de afzonderlijke teksten overstijgen. Deze literaire verschijnselen konden moeilijk geplaatst worden in de literair-esthetische opvatting van literatuur als oorspronkelijke schepping van een groot kunstenaar. De auteur zal met zijn oeuvre altijd een belangrijk uitgangspunt en brandpunt van het letterkundig onderzoek blijven. Er zal dan ook behoefte blijven aan uitgaven die de oorspronkelijke tekst van de auteur trachten te reconstrueren. De cultuurhistorische visie op literatuur vraagt daarnaast om uitgaven die de concrete historische vorm weergeven waarin teksten (voor)gelezen en gebruikt werden. Verzamelhandschriften bieden vele invalshoeken voor dergelijk onderzoek. Deze materieel-tekstuele eenheden stellen het historische verband van de overlevering in de plaats van tekstkeuzen die gewoonlijk gebaseerd zijn op moderne, a-historische, vaak literair-esthetische overwegingen. Wanneer de literatuurwetenschap verzamelhandschriften als een van haar uitgangspunten neemt, verplicht ze zich ook aandacht te schenken aan de minder fraaie literatuur en aan de concrete context waarin de teksten indertijd geplaatst werden. Deze nog altijd actuele overwegingen vormden in 1994 de motieven voor de uitgave van middeleeuwse verzamelhandschriften uit de Nederlanden.
Mede door de uitgave van een reeks delen is de discussie over wat wij onder een verzamelhandschrift dienen te verstaan, goed op gang gekomen. Het oorspronkelijke uitgangspunt dat een verzamelhandschrift een codex is die van meet af aan als materiële eenheid bedoeld is en waarin tenminste twee teksten zijn bijeengebracht, bleek, hoewel in de grond niet onjuist, toch bepaalde nuancering te behoeven. Reflectie op dit onderwerp door verscheidene onderzoekers heeft tot een preciesere conceptualisering van het begrip verzamelhandschrift geleid, een begrip waarachter in feite een veelheid aan historische verscheiningsvormen van de middeleeuwse codex schuilgaat. [nadere invulling door Hans Kienhorst?] Ondanks deze formele beschrijving van het begrip ‘verzamelhandschrift’ heeft deze reeks zich tot dusverre altijd in de eerste plaats gericht op handschriften waarvan het verzamelkarakter op de voorgrond treedt. Bekende voorbeelden zijn het in de reeks opgenomen handschrift-Van Hulthem en het Comburgse handschrift, die hoewel ze verzamelhandschriften van volkomen verschillende aard zijn, toch juist het verzamelaspect gemeenschappelijk hebben. Ook voor toekomstige uitgaven zal bij voorkeur worden gekozen voor in dit opzicht vergelijkbare handschriften. Het doel van de reeks diplomatische uitgaven is op korte termijn verantwoorde grondslagen te bieden voor literair-historisch, taalkundig of ander onderzoek van middeleeuwse teksten in de context waarin ze indertijd overgeleverd zijn. Het gaat er hier vooral om materiaal te leveren voor diepgaande studies en niet zozeer om afgeronde resultaten van dergelijke studies te presenteren. De uitgaven zullen (voor zover dat bij diplomatische uitgaven mogelijk is) vlot leesbaar zijn, echter zonder filologische en cultuurhistorische aantekeningen, die immers gedegen en langdurig vooronderzoek vergen. De diplomatische editie kan snel op ontwikkelingen in het onderzoek inspelen doordat zij in verhouding weinig onderzoek vereist. En ‘snel’ betekent in dit verband niet kortstondig of vluchtig. De diplomatische editie is immers geen voorlopige of lagere vorm van tekstuitgave. Als basisvorm van de uitgave blijft zij de hechte grondslag voor verdere studie en eventuele verdere, tekstkritische uitgaven. Zij bevat minder elementen die snel kunnen verouderen dan de kritische edities die voorzien zijn van uitgebreide filologische apparaten en letterkundige inleidingen. De combinatie van relatieve snelheid en grote duurzaamheid waren aanvankelijk de motieven om de methode van de diplomatische uitgave te verkiezen voor deze reeks en deze gelden nog steeds.
In de inleiding op de tekstuitgave wordt dezelfde doelmatigheid nagestreefd. Uitsluitend die informatie wordt gegeven die op het uitgegeven handschrift betrekking heeft. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de materiële, codicologische aspecten van het verzamelhandschrift dat uitgegeven wordt. Nadat in de editiereeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden (MVN) een aantal publicaties in boekvorm verscheen, is binnen de projectcommissie de behoefte ontstaan om voortaan naast uitgaven in boekvorm ook edities in digitale vorm te publiceren. Met de digitalisering en beschikbaarstelling van het eerste deel uit de MVN-reeks, Het Geraardsbergse handschrift, werd in 2003, bij wijze van proef, een nieuwe weg ingeslagen. Om een zo groot mogelijke duurzaamheid te waarborgen werd besloten de digitale edities in te richten in XML-formaat. Voor de codering van de teksten kon worden aangesloten bij de standaarden die werden ontwikkeld door het Text Encoding Initiative (TEI Guidelines, versie P5). Slechts in gevallen waarin de aanbevelingen van het TEI niet voorzagen moest worden gezocht naar specifieke oplossingen voor coderingsvraagstukken.
Deze richtlijnen zijn allereerst bestemd voor editeurs die van plan zijn een deel te vervaardigen in de MVN-reeks. Ze zullen tevens als uitgangspunt dienen bij de vervaardiging van een digitale werkomgeving waarin veel van de XML-codering onzichtbaar kan blijven voor de terzake minder ervaren editeur. De basis van een MVN-editie wordt gevormd door een diplomatische uitgave van de teksten uit een handschrift. In een nieuw op te zetten reeks zullen ook kritische edities worden uitgebracht. Vooralsnog is het de bedoeling om de kritische edities in boekvorm te laten verschijnen en de digitale vorm voor te behouden aan de diplomatische uitgaven. Dit sluit overigens niet uit dat diplomatische uitgaven in bepaalde gevallen ook in boekvorm kunnen verschijnen. In elk geval zal aan elke editie, of ze nu alleen digitaal of ook als boek verschijnt, een XML-bestand ten grondslag liggen. In deze richtlijnen wordt getoond hoe een MVN-editie gestalte krijgt als XML-bestand. Voor kritische uitgaven zijn afzonderlijke richtlijnen beschikbaar.
De voorbeelden in dit document gebruiken de XML-syntax. In het algemeen illustreren ze echter conceptuele vragen over de opbouw van de editie. Van toekomstige editeurs wordt niet noodzakelijkerwijs diepgaande vertrouwdheid verwacht met de XML-syntax.
Een opmerking nog over de programma’s die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van een digitale MVN-editie. In beginsel wordt er aan editeurs een werkomgeving aangeboden binnen de XML-editor Oxygen. Natuurlijk is het ook mogelijk om te werken met andere programma’s, voorwaarde is echter wel dat deze weten om te gaan met Unicode.
Wat is een diplomatische uitgave?
Onder diplomatische uitgave wordt hier een editie verstaan waaraan slechts één handschrift ten grondslag ligt en waarin de tekst en alle verdere grafische informatie weergegeven worden in overeenstemming met dit handschrift. Daarbij wordt niet gestreefd naar een typografische imitatie van het handschrift, maar naar een functionele weergave van de tekst. De functie van alle lettervormen en overige grafische verschijnselen uit het handschrift die de structuur en de betekenis van de tekst tot stand brengen, wordt zodanig gecodeerd dat er een typografische weergave in een webbrowser mogelijk wordt. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat dezelfde grafische verschijnselen in het ene geval tot de tekst kunnen behoren en in het andere geval tot de esthetische en functionele aspecten van de tekstopmaak. Zo kan de kopiist een regel wit laten omdat hij onderaan de kolom niet aan een nieuwe tekst wil beginnen, terwijl hij elders bij het tekstbegin geen regel blanco laat. Zo’n witregel is in dat geval eerder een zaak voor de codicoloog-paleograaf dan voor de filoloog-tekstediteur.
Hoewel het uitgangspunt van de reeks een diplomatische uitgave is, kan het voorkomen dat de editeur besluit dat kritische ingrepen nodig zijn. Zie daarvoor de pagina over kritische ingrepen.
De onderdelen van een digitale MVN-editie
Een editeur van een digitale MVN-editie vervaardigt de volgende onderdelen:
- Een XML-bestand met de transcriptie van de uitgegeven tekstverzameling;
- De <teiHeader> van het bestand met daarin de meta-informatie;
- Het <text>-element met daarin de eigenlijke inhoud van het document;
- Een Wordpress met het voorwerk, de inleiding en het bijwerk;
- Een set digitale foto's van het uitgegeven handschrift. Indien mogelijk wordt een complete set aangeleverd.
De inhoud van de twee XML-bestanden komt tot op zekere hoogte overeen met het onderscheid in de gedrukte delen tussen het deel van het boek met de diplomatische weergave van de teksten uit het handschrift en het overige deel van de editie. Verschillen zijn onder meer de plaats van de Verantwoording van de editie, die nu is opgenomen in de het bestand met de transcriptie en de Registers, die nu zijn gïntegreerd in het transcriptiedeel.